“Nie lull’n moar poets’n” (Twents gezegde ~ laat het maar gebeuren)
Nou, het is me gelukt! Een fietstocht in Twente, het stond al een tijdje op mijn to-do-list. Gewoon 3 dagen fietsen, 180 km volgens de informatiefolder die ik op internet vond. Uiteindelijk heb ik er ruim 210 gefietst. Geen idee of dat aan mijn navigatievaardigheden lag of aan de gezellige dorpjes die ik passeerde. De extra 30 km waren ook leuk.
Dag 1: Delden – Lemele
In Delden rijd ik weg. Mijn fiets is afgeladen, ik heb echt alles meegenomen. Na vele jaren merk ik dat ik weer moet wennen aan het fietsen met de bepakking. Ik heb meer dan genoeg spullen, maar wat moet ik meenemen als de nachten nog wat kil zijn en ik niet steeds in restaurants wil eten. Uiteindelijk neem ik altijd te veel mee, zoals nu. Maar goed, ik heb gewoon alles op de fiets geladen en vertrek vol goede moed. Doel van de dag is Lemele, een dorpje zo’n 65 km verderop. Ik volg de bordjes van de langeafstandsfietsroute LF15(b) – boerenlandroute, en later de LF8(b). Mijn eerste stop is al na een paar kilometer, landgoed en kasteel Twickel. Een indrukwekkend historisch landgoed uit de 14e eeuw, gelegen in een prachtig park. Een goed begin zou ik zeggen!
Gelukkig fiets ik verder, door een mooi landschap. Soms vooral agrarisch met veel weilanden, boerderijen, koeien, schapen, lama’s en soms meer bosrijk. Over zandpaden en grind, door heidevelden, over beken en rivieren, door bossen. Allemaal heel mooi en met zoveel vogels die hun liedjes zingen. Ik zie een roofvogel die op mijn pad wil landen maar op het laatste moment schrikt en een kleine steenmarter. Ik fiets grote delen alleen… waar is iedereen? Wonen hier mensen? Ben ik echt zo’n stadsmens? Maar als ik op een picknickplek geniet van krentenwegge, besluit een echtpaar hier ook te stoppen en we maken een gezellig praatje. Ze spreken het Twentse dialect waar ik even aan moet wennen. Na een uurtje gaan we weer onze eigen weg.
Ineens zie ik een gedenkplaat met een krans eromheen. Ik stop en lees het. Het is een herinnering aan een vliegtuigongeluk tijdens de 2e wereldoorlog. In het kader van het project ‘Opdat men niet wordt vergeten’ worden crashplaatsen gemarkeerd. Goh, dit is een heel andere indruk op deze mooie dag.
Onder de indruk van deze mooie dag kom ik aan in het dorpje Lemele. Ik ben moe maar moet nog wat eten in de plaatselijke supermarkt en ga door naar de kleine natuurcamping ‘De Olde Lucashoeve’. Een zeer gastvrije locatie waar ik graag mijn tent opzet voor de nacht.
Dag 2: Lemele – Beuningen
Na een goede nachtrust in een zeer rustige omgeving word ik gewekt door veel vogels en harde knallen in de verte. Zijn er jagers in dit gebied? Ik pak mijn spullen en spring weer op de fiets. Dit wordt de langste fietsdag van dit weekend, dus ik kan maar beter vroeg beginnen. En wat voor een start. Net nadat ik de camping heb verlaten gaat de weg omhoog. In Nederland? Ja. Ik zit op de Sallandse Heuvelrug en vlak naast de Lemeler ‘Berg’. Dit is een stuwwal uit de laatste ijstijd en is ongeveer 60 meter hoog. Het klinkt niet erg indrukwekkend, maar met de extra 10+ kg voel ik het wel. Mooi begin van de dag. Na een uur bereik ik Ommen… koffie! Ik vind een gezellig terras in het historische centrum en geniet van een goede kop koffie en een leuk gesprek met een rock ’n roll liefhebber. Ik geniet ervan onbekenden te spreken, ook al zal ik ze waarschijnlijk nooit meer ontmoeten.
Na de koffie fiets ik een deel van de LF16(a) – Vechtdalroute, langs de Vecht. Weer prachtige natuur. Het is geen erg zonnige dag, maar dat geeft niet. Ik passeer weer veel weilanden, vind wat zandduinen in het bos en zie ineens een kleine boerderij/brouwerij ‘De Pauw’. Een echte verrassing zou ik zeggen. Na een tijdje schakel ik over op de LF14(a) – Saksenroute. Ik passeer vandaag een paar leuke stadjes en dorpjes. Na Ommen fiets ik door Vroomshoop, Tubbergen, Ootmarsum en een stukje Denekamp. Vooral Ootmarsum is een levendig stadje, met veel kunstwinkels en gezellige terrasjes. Ik zou graag blijven, maar ik zie het aankomen. Een donkere wolk komt mijn kant op. Omdat ik nog 10 km moet afleggen naar de bestemming van vandaag, besluit ik wat te versnellen.
Net onder Denekamp ligt het stadje Beuningen. Het is klein en heeft een mooie natuurcamping genaamd ‘Olde Kottink’. Dit is een ware ontdekking, waar ik wordt ontvangen met een zeer goede kop koffie. Ondertussen wordt er op het erf een hoop lol gemaakt. Kinderen bakken brood op een stokje boven een vuurtje, volwassenen zitten aan grote picknicktafels met een glas wijn of een biertje. Snel zet ik mijn tent op en kom terug voor mijn eigen glas wijn. Na het eten besluit ik een kleine wandeling te maken. Ik zie een hert met 2 kalfjes. Als stadsmens zie ik de natuur niet al te vaak en na de lange fietstocht van vandaag (~ 76 km) geniet ik er enorm van!



Dag 3: Beuningen – Delden
De laatste dag alweer. Ik word wakker van het gespetter van regen op mijn tent. Niet echt een vervelend geluid, maar het idee om in de regen te fietsen spreekt me niet aan. Ik besluit nog wat te relaxen, want ik hoef vandaag maar zo’n 60 km te fietsen. Ik heb geen haast. Als ik eindelijk opsta en naar het sanitair gebouw loop, zie ik iets lekkers. Verse sneetjes van het Twentse krentenbrood voor de gasten. Ik besluit dat dit mijn ontbijt wordt, hmmm….
De zon breekt door, ik wacht tot de tent droog is, praat wat met andere fietsers en rond 11 uur spring ik op de fiets. Vandaag fiets ik richting de grote stad Enschede. De route gaat officieel dwars door de stad, maar ik fiets graag in de natuur dus besluit ik de LF4(a) Midden-Nederland route te nemen, waarbij ik net boven Enschede langs fiets. Onderweg passeer ik een ‘Klopkeshoes’. Een heel klein huisje dat laat zien hoe alleenstaande vrouwen vroeger leefden, in dienst van de landheer en God. Goh.
In het dorp De Lutte drink ik een kop koffie en zie een beeld van een hellehond, een mythologische figuur die vooral hier werd ‘gespot’. In volksverhalen was de hellehond brenger van naderend onheil. Ik wil niet denken, gewoon fietsen. Ik passeer een kleurrijk zonnebloemveld, donkere bossen, modderige paden, een paar kleine kapelletjes en opnieuw prachtige landschappen. Dichtbij Enschede is de omgeving stedelijker. De route loopt door een gebied met een psychiatrische inrichting, kruist de campus van de universiteit en passeert het voetbalstadion van FC Twente. Het is zondag en zomervakantie, dus overal is het rustig, nauwelijks mensen op straat en voor het eerst vind ik de route een beetje saai. Totdat ik Boekelo bereik. Een klein dorp, vroeger bekend om de zoutindustrie. Langs de weg staan veel kleine hutjes. Eind 19e eeuw werd een zoutlaag ontdekt en vanuit deze hutjes begon men zout te produceren. Ze staan overal. Het verhaal hierachter moet ik thuis nog uitzoeken.
Na meer dan 65 km ben ik terug in Delden. Ik heb de route een paar keer gemist in het laatste stuk, meestal omdat er bordjes ontbraken. Dat verklaart de extra kilometers zou ik zeggen. Dit was een hele mooie fietstocht door een prachtig deel van Nederland. Ik heb genoten van het landschap, de gastvrijheid, de lieve mensen die ik onderweg ontmoette en het heerlijke krentenbrood. Ik zou dit vaker moeten doen!