Gewoon een weekend in juli. De weersvoorspellingen zijn geweldig en doen mijn fiets/kampeerbloed weer door mijn aderen stromen. En dus begin ik met inpakken, zet de route op mijn GPS en boek een camping bij een boer. Deze keer reis ik af naar een van mijn favoriete provincies: Limburg. Op het zuidelijkste puntje van Nederland is het een beetje heuvelachtig. Daar gaat de Mergellandroute door- en overheen. Door de heuvels rijden, ongeveer volgens de route van de Amstel Gold Race.
En zo ga ik naar het zuiden. De eerste dag fiets ik van Geulle naar Camerig. Ruwweg 63km, met 735 hoogtemeters. Klinkt makkelijk, maar voor een Nederlander die in dit platte landje woont is het hard werken. Met stijgingspercentages tot 11% is het geen makkie. Zeker niet als ik met mijn trekking fiets + 10kg extra op de bagagedrager rijd.







Maar goed, behalve dat deze route heuvelachtig is en door een prachtig landschap voert, komt hij ook langs veel Zwingelputten. Dit zijn oude waterputten, die gebruikt werden om vers water naar boven te halen. Op een gemetselde put werd een houten constructie gebouwd met een houten rol en de zogenaamde ‘Zwingel’. Veel van deze putten zijn nog in goede staat. Na 10km zie ik een Mergelformatie. Mergel is krijtsteen die veel voorkomt in Limburg en waarvan de meeste oudere gebouwen en huizen zijn gebouwd. En dan begint mijn eerste echte beklimming, de Bemelerberg. Met 11% een pittige start!
Na een aantal eindeloze klimmen en vele mooie uitzichten en Zwingelputten, kom ik aan in Camerig. Een klein stadje waar ik mijn tent kan opzetten in de achtertuin van een boerderij. Nou ja, het grootste deel van de schuur ligt in puin. Gelukkig houdt de oude dame van het gezelschap van kampeerders. Er is geen vlakke plek op het veld om de tent op te zetten en het zit vol hobbels, maar het uitzicht is prachtig. Met een geweldige zonsondergang op de achtergrond geniet ik van mijn diner en begin ik de spieren in mijn benen te voelen.
De volgende ochtend sta ik vroeg op. Ik wil zoveel mogelijk kilometers maken in de relatief koele ochtend. In de middag loopt de temperatuur op tot 30+ graden. Geen prettige omstandigheden om de heuvels te beklimmen. Vooral omdat er over een paar uur eentje met een stijgingspercentage van 22% op me wacht. De start is een wake-up call. Bij het verlaten van de camping begint de weg de eerste 5km te klimmen. BAM! Mijn benen doen een beetje pijn van gisteren, geen betere remedie tegen spierpijn dan klimmen. Ik passeer kleine dorpjes met mooie vakwerkhuizen en ga op zoek naar koffie. Tja… ook dit is Limburg. Zondagochtend is alles gesloten. Het kost me uren om een tentje te vinden. Ze zijn nog niet open, maar zijn bereid me een lekker kopje doping in te schenken voordat ik aan de 22% heuvel begin, die slechts 5km verderop ligt. Deze ‘Keutenberg’ is een echte killer. Niet lang, de eerste 200m zijn gewoon moordend. Het is als een muur waar je tegenaan fietst.
Na de klim heb ik het gevoel dat ik een stuk taart verdien. Met Valkenburg om de hoek weet ik zeker dat ik wat zal vinden. Valkenburg is de grootste toeristische plaats in dit deel van het land. Een klein, levendig dorp met veel, heel veel restaurants en cafés. Hier vind ik wat ik nodig heb, brandstof voor de laatste 15km. Limburg staat bekend om zijn vlaai. Meestal bestaande uit een koekbodem belegd met vruchten. Ik realiseer me dat deze fietsroute niet in een rechte lijn naar een stad gaat. Als er een heuveltje is, wordt er een omweg gemaakt om de heuvel te beklimmen en af te dalen. Dit resulteert in een fietsroute van in totaal 128km met 1500 hoogtemeters. Voor mij een mooie uitdaging in een prachtige omgeving met heerlijke taarten!