Menu Sluiten

Land van vuur en ijs

A good beginning makes a good ending” – IJslands gezegde

In 2021 was het eindelijk zo ver. Een droom kwam uit. Ik wilde altijd al eens een vulkaanuitbarsting meemaken. Ik had de ‘dagelijkse ‘reguliere’ uitbarstingen op Stromboli (Italië) en de Kilauea op Hawaii al wel meegemaakt en gezien. Niets is natuurlijk zo spannend als een uitbarsting die niet gepland is. De Fagradalsfjall vulkaan op IJsland is er zo een. Begin 2021 begon de lava uit deze vulkaan te stromen en wakkerde mijn belangstelling en nieuwsgierigheid aan.

Ik boekte een vlucht in augustus om begin september naar IJsland te vliegen. De uitbarsting was nog wel aan de gang, alleen niet meer zo heftig als in het begin. We langen op Kevlavik en gingen op pad. De uitbarsting is natuurlijk het mooiste in de avond en zo klommen we de eerste dag de heuvel met een van de door de overheid aangewezen uitzichtpunten. Een forse, steile klim. Toen we boven kwamen, zagen we de oudere, zwarte lavastromen en de krater waar alles uitgekomen was. Alleen… geen activiteit. Een beetje teleurgesteld wachten we tot het donker is om dan wel nog wat gloed te kunnen zien. We lopen langs de metershoge gestolde lavastroom naar beneden en zien af en toe nog een oranje puntje. Deze lava is nog lang niet afgekoeld en levensgevaarlijk om op te lopen.

We overnachten en besluiten langs de kust naar het oosten te rijden. De vulkaan is rustig, dan maar een aantal highlights bezoeken. We hadden al een wandelingetje bij Grindavik gemaakt en de Þorbjörn beklommen. We rijden in één ruk naar Vík í Mýrdal om de black sand beach te bewonderen en Dyrhólaey Viewpoint te beklimmen. Hoewel het een kletsnatte bedoeling is, is het toch echt de moeite waard. Vooral de basalt grot ziet er echt fantastisch uit! ’s Middags lopen we nog naar het vliegtuigwrak op het strand van Solheimasandur. Waar het vroeger een plek is waar je echt naar moest zoeken, loopt er nu zowat een landingsbaan naartoe vanaf de rondweg. Nou ja, leuk om toch eindelijk eens gezien te hebben.

De volgende dag bezoeken we de gletsjer Sólheimajökull, die zich in de afgelopen jaren tientallen meters heeft teruggetrokken. Schokkend om te zien. We stoppen nog even bij wat oude huisjes onderweg om uiteindelijk een van de leukste watervallen van IJsland te bezoeken. Iedereen gaat naar Seljalandsfoss of de Skogafoss. Die hadden we al eens gezien. Nee, de Gljufrabui die is pas spectaculair. Regenjas aan en in de grot staan. Het levert leuke plaatjes op.

We brengen onze bagage naar het hotel en rijden nog een stukje verder naar de Reykjadalur Hot Spring Thermal River. Het weer is ondertussen opgeklaard en na een wandeling van een kilometer of 7 komen we bij een warme rivier waar heerlijk in gebadderd kan worden. Dit is toch heerlijk! Op de terugweg naar de auto kijken we nog één keer op de webcam van de vulkaan. Het is onze laatste avond dus je weet maar nooit. En wat we hopen gebeurt. Hij is weer aan het uitbarsten.

We checken of we warme kleding en een zaklamp bij ons hebben. De bagage ligt immers in het hotel. We eten wat en rijden met een bloedgang naar de vulkaan. Hoe dichter we bij komen, hoe roder de lucht kleurt. Het lijkt wel of we op de ‘highway to hell’ zitten. We parkeren de auto en rennen de berg op. We hebben alles aangetrokken wat we bij ons hebben, want echt warm is het niet. Hoewel, ook op de 100m die wij van de vulkaan af staan is de warme gloed toch wel te voelen. Met verbazing staan wij uren naar het spektakel te kijken. Wat een verwoestende kracht…

Ijskoud zijn we als we afdalen en dat interesseert ons niets. We hebben iets machtigs mogen aanschouwen. We rijden naar het hotel om nog een paar uurtjes te slapen en onze spullen te pakken. Op de laatste dag staat een bezoek aan de lavatunnel Raufarhólshellir op het programma. Het is weer slecht weer, de eerste najaarsstorm woedt over het land. We genieten van het tochtje onder de grond en vliegen ’s avonds moe maar zeer voldaan terug naar huis! Foto’s >>