Menu Sluiten

Faeröer – Góðan dag

In 2022 lijkt COVID eindelijk op zijn retour en kunnen we weer leuke tripjes plannen. Eentje die al lang op mijn lijstje stond waren de Faeröer Eilanden. 18 Groene stipjes in de Atlantische Oceaan, onderdeel van Denemarken en ze hebben Puffins (papegaaiduikers)!

Vágar

We vliegen naar het eiland Vágar en verblijven daar de eerste paar dagen. Een prachtig groen eiland, vooral van het gras, want er groeien eigenlijk geen noemenswaardige bomen. We bezoeken Gásadalur, een klein dorpje aan het einde van een weg. Een prachtige waterval (Múlafossur) en een korte wandeling in de omgeving geven ons een eerste indruk. Prachtige huisjes van hout, meestal met een grasdak. Dit omdat het goed isoleert. De rit langs de kust is spectaculair, dat belooft veel goeds.

Eén van de mooiste dingen die ik ooit gezien heb is Trælanípa. Een Hoge klif die uitkijkt op het Leitisvatn meer. Dat meer ligt 35m boven zeeniveau en het leuke is, dat je vanaf de klif zicht hebt op zowel het meer als de zee. Dit geeft een heel raar beeld. Vooral ’s avonds met een goudgeel zonnetje op de achtergrond en weinig tot geen toeristen is het echt prachtig!

Mykines

Het Puffin eiland! We varen er ’s ochtends heen, wandelen naar boven en zien echt letterlijk honderden puffins. Wat een leuke beestjes zijn het toch. Ik heb ze gezien op IJsland, maar dit is toch wel een stuk bijzonderder. Je kunt ze bijna aanraken, zo dichtbij kun je komen. We liggen op onze buik te genieten en maken veel foto’s. We lopen nog een rondje over het eiland en genieten ook hier van heerlijk weer en een klein, typisch Faeröer dorpje.

Suðuroy

Het derde eiland is Suðuroy. Het is een flink eind varen voordat we in de haven van Sandvik aankomen. We bezoeken de prachtige basalt formaties bij Froðba. Dit laat maar weer eens zien, dat ook deze eilanden ontstaan zijn door vulkanisch geweld. We rijden helemaal tot de zuidpunt naar Sumba, het meest zuidelijk gelegen dorp van de Faeröer. Het waait er stevig (wat verwacht je ook zo midden op de oceaan) en de vuurtoren staat daar fier op de punt schepen te vertellen uit de buurt te blijven. De kust op dit eiland is weer mega ruig, de dorpjes lieflijk en klein en er is zelfs mijnbouw geweest in een ver verleden. Wat roestige overblijfselen herinneren hieraan.

Streymoy

Om de diverse eilanden met elkaar te verbinden, zijn er een fors aantal tunnels aangelegd. Je betaalt hier tol voor om doorheen te mogen. Wil je naar een ander eiland, dan is het zo goed als een must. Streymoy is het grootste en meest bevolkte eiland en dat merk je. Er zijn overal leuke dorpjes en prachtige uitzichten. Een must is Saksun (mooie baai met traditionele huisjes met grasdak), Tjørnuvík (prachtige baai met zwart zand en mooie uitzichten vanaf de heuvels achter het dorp), de Fossá en Týggjaráfoss watervallen, het historische dorpje Kirkjubøur en Tórshavn, de hoofdstad. Een leuke stad met winkels, restaurantjes, cafés en een heel mooi historische kern. Eerlijk gezegd, er is niet veel qua entertainment in de dorpjes waar wij geweest zijn. Veel restaurants waren gesloten of bestonden niet eens meer. Een verademing om in Paname Café even lekker te zitten met een goede koffie en een lekker broodje.

Eysturoy

Om van Streymoy naar Eysturoy te rijden, ga je door de Eysturoyartunnilin, een 11km lange tunnel onder de oceaan, met een ondergrondse rotonde (kosten 140m Euro om deze tunnel te bouwen). Het is een indrukwekkend geheel en een mooie poort naar weer een prachtig eiland. We maken een mooie autorit langs weer prachtige uitzichten op de grillige kust. Het Risin og Kellingin viewpoint (uitzicht op 2 rotspunten die uit het water steken genaamd de reus en de heks), het leuke dorpje Gjógv (natuurlijke haven, basaltformaties), Elduvík en de wiebelende stenen van Oyndarfjørður. Mooi, mooi, mooi. Hier en daar maken we een wandelingetje om alle indrukken op ons in te laten werken.

Borðoy en Kunoy

Over de eilanden Borðoy en Kunoy rijden we langs lege, kale, rotsige kliffen. Er wonen weinig mensen, het is er leeg op het enige bos van Faeröer na. Dat ligt bij het plaatsje Kunoy en is volledig aangelegd door een bomenliefhebber.

Kalsoy

Het laatste eiland dat we bezocht hebben is Kalsoy. Het is een klein kwartiertje met de ferry (met behoorlijk wat wind en wiebelen vond ik het best spannend). Er is 1 weg, vanaf de haven tot het eindpunt van het eiland Trøllanes. We parkeren de auto daar en gaan lopen. Lopen naar de vuurtoren en een prachtige klif. We lopen over het randje (heeeeeel spannend) en zien een prachtig uitzicht. Dit is Faeröer zoals ik het me had voorgesteld. Voordat het begint te plenzen lopen we snel terug. Dat hier nog geen doden zijn gevallen verbaasd ons enorm. We kunnen er in ieder geval niets over vinden op internet. Tot slot ligt hier wel 007 – James Bond begraven.

De Faeröer zijn prachtig, er wonen lieve mensen, de koffie is erg zoeken en de puffins zorgen voor de vrolijke noot!