“The more one lives the more one learns” – Corsican gezegde
Corsica, het mysterieuze eiland in de Middellandse Zee. Ik had wel gehoord van de GR20 wandelroute, een van de zwaarste van Europa, maar verder wist ik weinig van dit eiland. Officieel hoort het bij Frankrijk, maar dat moet je vergeten. De bevolking maakt dat op vele manieren duidelijk. Het is een eigen land. En een plek die ik voor altijd in mijn hart heb gesloten! De reden?…
In 2013 besloten we de zomervakantie door te brengen op Corsica. We boekten vluchten, huurden een auto en kochten een kaart. Puzzelend met een reisgids in de hand kwam langzaam een rondreis tot stand. Tenslotte vonden we een aantal leuke overnachtingsplaatsen en toen was het wachten op de dag dat we konden vertrekken.
We kwamen aan in Ajaccio, de hoofdstad. Een historische stad met indrukwekkende gebouwen, een kleurrijke haven met vissersboten en Napoleon Bonaparte. Ja, die man. Wij Europeanen weten natuurlijk allemaal waar hij stierf, wat hij veroverde, maar wij wisten niet dat hij hier geboren was. En de mensen zijn er trots op. Standbeelden, straatnamen, borden, alles is er om hem te herdenken. Ach ja. We eten op een mooi terras in de haven en eten de beste mosselen ooit. Het begin is goed!
We zijn benieuwd naar de rest van het eiland. Het schijnt ruig te zijn, weinig bevolkt. Nou ja, afgezien van varkens en koeien die overal rondlopen is dat ook zo. Het binnenland is prachtig. Rotsen, rotsen, een meertje, bossen, gouden stranden en nog meer rotsen. We zullen nooit het spectaculaire uitzicht op Col de Bavella vergeten en de prachtige wandeling die we daar maakten. Wolken die van één kant binnenkomen geven de ruige kliffen een mysterieus karakter. En als we net gewend zijn aan de leegte en het gebrek aan beschaving, besluiten we af te dalen naar Bonifaco. Witte kliffen die in helder blauw water eindigen. Bovenop de kliffen ligt een pittoresk historisch dorpje dat bijna in het water valt en een natuurlijke haven met de meest luxueuze jachten. We kunnen niet stoppen met glimlachen. Dit is een prachtige plek, en de mensen zijn ook vriendelijk, en het eten… hmmm.



We gaan verder naar het noorden langs de oostkust. De volgende stop is helemaal in de ‘vinger’ van Corsica. We hebben een kamer gevonden op een heel bijzondere plek, een wijnlandgoed. Tjonge, wat houden we van de Corsicaanse wijn! Op de heenweg kwamen we langs Bastia, de hoofdstad van het noorden. Een niet al te mooie stad die we snel willen vergeten. Maar ook hier openbaart zich al snel meer moois. Er is een mooie kustwandeling ‘Le Tour des Agriates’, waarvan we een klein deel gelopen hebben. Nogmaals, en ik begrijp dat ik in herhaling val, het is prachtig. Blauwe zeeën, prachtige uitzichten, krekels die zingen in de zon. Aan zee vinden we het stadje Saint-Florent. Een vriendelijk dorpje, met een zeer expressieve groep oudere burgers die dagelijks jeu de boules spelen op het centrale plein.
We gaan verder naar het westen, naar de ruigste kust van het eiland. Steile kliffen in vele kleuren met daarop kleine dorpjes. Het meest indrukwekkend is misschien wel het werelderfgoed Calanches de Piana. Vooral ’s avonds met de zonsondergang die de rode kleur van de rotsen prachtig oplicht. Dit heb ik echt nog nooit gezien, zo mooi. We wandelen een mooi pad naar een oude toren en ruiken onderweg de heerlijke kerriegeur van de maquisplanten. Er groeien zoveel kruiden in het wild. Een van de dingen waar Corsica beroemd om is. Zijn unieke flora.
Na zoveel dagen met verbazingwekkende landschappen denken we dat we niet meer verrast kunnen worden. Nou, dan hadden we nog niet gerekend met Casamaccioli, een klein dorpje in het binnenland, tussen de hoge bergen. Daar waar de GR20 het indrukwekkende hoogland passeert. We wandelen een paar kilometer van dit beroemde pad, en vinden het meteen geweldig. Een kristalhelder meer weerspiegelt de bergen in de verte. De B&B is biologisch en serveert traditionele gerechten. Wat willen we nog meer. We bezoeken het historische stadje Corte, zijn getuige van een etappe in de 100ste Tour de France, vinden allerlei anti-Frankrijk teksten op de weg en wandelen een prachtige (jawel, weer) trail in de naastgelegen vallei. Kijk ook een naar de prachtige foto’s >>
Drie weken gingen te snel voorbij. Ik kan niet meer zeggen dan: Corse, ti tengu caru!